VBI – Vrijgestelde beleggingsinstelling

Het zelf beleggen in trackers is de laatste jaren sterk in populariteit toegenomen. Door zelf te beleggen in trackers is het risico goed verspreid en heeft u niet de hoge kosten die beleggingsfondsen in rekening brengen. Door actief te laten handelen in trackers kunnen jaarlijks hoge rendementen behaald worden met een relatief laag risicoprofiel. De vrijgestelde beleggingsinstelling (hierna: VBI) is een zeer geschikte manier om uw beleggingen laag belast te houden.

Wat houdt een VBI in?
Een VBI-status kan worden toegekend aan een Naamloze Vennootschap (N.V.), een open fonds voor gemene rekening (OFGR) of een vergelijkbaar lichaam in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten. In de VBI worden collectief beleggingen gehouden. Het begrip collectief betekent in de praktijk dat er twee of meer aandeelhouders nodig zijn, omdat uzelf maximaal 90% van de aandelen mag bezitten. De andere aandeelhouders kunnen bijvoorbeeld uw echtgenoot (gehuwd onder huwelijkse voorwaarden), meerderjarige kinderen, broer, zus of uw ouders zijn. Echtgenoten (gehuwd in gemeenschap van goederen) en minderjarige kinderen worden aan uzelf toegerekend met als gevolg dat deze niet meetellen voor de collectiviteitseis.

Wat zijn de voordelen van een VBI?

Er geldt geen jaarlijkse verplichting tot het doen van aangifte vennootschapsbelasting. Over de behaalde winsten hoeft geen vennootschapsbelasting te worden betaald en over uitkeringen geen dividendbelasting. Over de waarde van de bezittingen in de VBI wordt een forfaitair rendement van 4% gerekend wat belast is met 25% aanmerkelijk belangheffing van Box 2. Dit komt neer op een jaarlijkse belastingdruk van 1%. Hieronder is in een rekenvoorbeeld weergegeven in welke situaties een VBI winstgevend is ten opzichte van beleggen in uw reguliere B.V. of in Box 3:


Zoals u ziet is het vanaf een rendement tussen de 4% en 5% al voordelig om een VBI op te richten. De VBI kent geen uitkeringsverplichting aan haar aandeelhouders. Winsten kunnen dus onbelast in de VBI blijven en herbelegd worden, dit draagt eraan bij dat uw *jaarlijkse voordeel ten opzichte van een reguliere B.V. exponentieel toeneemt.

Wat levert De VBI u op ten opzichte van beleggen in Box 3? Ervan uitgaand dat uw kapitaal in uw bedrijf zit, betekent dit dat als u in Box 3 wil beleggen er eerst 25% aanmerkelijk belangheffing moet worden betaald om het vermogen in Box 3 te plaatsen. Er kan dus maar met 75% van het vermogen worden belegd. Een VBI levert dus 25% meer belegginskapitaal op in vergelijking met beleggen in Box 3.

De kwalificatie als VBI heeft ook een aantal beperkingen: er mag bijvoorbeeld niet direct in onroerend goed belegd worden en u mag niet overduidelijk in één bedrijf beleggen. Verder kan een VBI geen gebruik maken van de deelnemingsvrijstelling. Ook kan een VBI geen beroep doen op belastingverdragen, omdat de VBI niet wordt gekwalificeerd als inwoner van een verdragsland. Het praktische gevolg hiervan is dat een beperkte reductie van bronbelasting op buitenlandse dividenden mogelijk is.

Conclusie
De voordelen van de VBI zijn van dien aard dat bij het opzetten van een belastingvriendelijke belegginsstructuur een VBI zeker de revue moet passeren. Mocht de VBI niet bij uw situatie en/of belegginsprofiel passen dan biedt een vennootschap in het buitenland mogelijk voor u wel een oplossing. Als u meer informatie wilt hebben over de VBI of andere belastingvriendelijke mogelijkheden dan staat een van onze specialisten u graag ten dienste.
Opmerking: In het onlangs gepubliceerde belastingplan 2017 zijn wetswijzigingen aangekondigd voor de vrijgestelde beleggings instelling (VBI). De eerste maatregel is dat voortaan in box 2 afgerekend moet worden over de positieve ab-claim als een lichaam waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft de vbi-status verkrijgt. Door deze maatregel kan een ab-claim niet langer doorgeschoven worden naar het fiscaalvriendelijke regime van de vbi. Om anticipatie op deze maatregel te voorkomen, wordt voorgesteld deze maatregel met terugwerkende kracht tot en met Prinsjesdag 2016 in werking te laten treden. De tweede maatregel is dat box 3-vermogen dat ondergebracht wordt in een VBI waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft niet alleen belast wordt in box 2, maar ook belast blijft in box 3 als dit vermogen binnen achttien maanden weer terugkomt naar box 3. Door deze maatregel wordt de flits-VBI tegengegaan.
Zodra de wetswijzigingen definitief zijn geworden informeren wij u daarover via een update van deze blog.