BTW-verleggingsregeling
BTW-verleggingsregeling
Als u btw over uw omzet niet betaalt aan de belastingdienst, maar aan de ondernemer aan wie u uw diensten of goederen levert, is er sprake van de verleggingsregeling. Wanneer en hoe die verleggingsregeling juist in zijn werk gaat, leest u hier.
Voorwaarden
Sinds 2 juni 2017 is de verleggingsregeling niet langer een optie, maar een verplichting. Daarom is het van elementair belang u ervan bewust te zijn dat u in de volgende situaties btw hoort te verleggen:
Een afnemer van een levering van onroerende zaken kan onder voorwaarden kiezen voor een btw-belaste levering. In dat geval is de verlegging van btw verplicht;
De belastingdienst rekent voor de verkoop van een goed op basis van pand-of hypotheekrecht twee leveringen aan. De eerste is de levering van schuldenaar aan pandhouder. De tweede levering is die van pandhouder aan afnemer. Is de afnemer een ondernemer, dan moet de schuldenaar de btw op beide leveringen verleggen;
Ook leveringen van spelcomputers, laptops, tablets, mobiele telefoons en/of microchips met een waarde van EUR 100 000 of meer gaan gepaard met de btw-verleggignsverplichting;
Nieuw is de verleggingsregeling voor telecommunicatiediensten wanneer de afnemer op zijn beurt ook telecommunicatiediensten verstrekt.
Aangifte
Factuur
Bij het verleggen van btw dient u op de factuur steeds te vermelden dat de ‘btw verlegd’ is en wat het btw-nummer is van de ondernemer naar wie u de btw verlegde. De factuur mag de btw zelf geenszins vermelden.
U doet er dus goed aan om als afnemer steeds na te gaan of uw leverancier btw naar u verlegt. In dat geval mag u namelijk geen factuur aannemen die btw verrekent. In plaats daarvan hoort de factuur te vermelden dat de btw verlegd is. Als dat niet zo is, maar u de factuur wel aanvaardt, is de kans groot dat de belastingdienst een btw-aftrek weigert. Alleen onder goedkeuring van de staatssecretaris hebt u toch nog recht op de aftrek voor btw die u afdroeg.
Btw-aangifte
Vervolgens vult u in de btw-aangifte in voor welke omzet u de btw verlegde. Waar u deze invult, hangt evenwel af van de geleverde dienst. De omzet van (hoofdregel)diensten aan ondernemers in ander EU-landen en van export buiten de EU, vermeldt u onder rubriek 3a. In alle andere gevallen hoort u de omzet in te vullen in rubriek 1e.
Als de btw daarentegen naar u is verlegd, dan vult u zowel die btw als de vergoeding die u betaalde in. Ook u moet dan de verlegde btw vermelden in de belastingaangifte. Btw over import buiten de EU, vermeldt u in rubriek 4a. Als het gaat om intracommunautaire diensten, vult u de btw in rubriek 4b in. In alle andere gevallen hoort u die aan te geven in rubriek 2a. In de aangifte kan u die btw tevens als voorbelasting in aftrek brengen wanneer u daar recht op hebt.
Hebt u vragen of wenst u de assistentie van DTS bij het bepalen of de verleggingsregeling van toepassing is? Neem dan contact met ons op. Wij staan u graag bij.
Meer berichten van Hendrik-Jan van Duijn
- DAC6-Richtlijn: verplichte melding van grensoverschrijdende transacties
- Een onderneming oprichten in het buitenland
- Dutch Tax Plan 2020: Corporate Income Tax Changes
- Brexit: voordelen of nadelen voor Nederland?
- Vermogen anonimiseren via CV
- Belastingplan 2019: Wat wordt realiteit?
- Opgelet: aangifteplicht benchmarkrapportage
- Belastingplan 2019
- Moet een stichting voortaan de jaarrekening deponeren?
- Zaken doen in Japan
Kennis
Gerelateerde blog's
Persoonlijke visies op onderwerpen binnen ons vakgebied.